woensdag 10 juli 2013

Barbecue tijd


Barbecue, tijd voor mannen

De tijd dat een beetje man zich begint te bemoeien met wat er wordt gegeten. Vuurtje stoken en dan lekker roosteren. Het geurt in de wijken naar vermoedelijke crematies van dat wat ooit een mooi rosé stukje vlees was. Naderhand liggen stille getuigen in de plastic inzamelingszakken aan de straat. Zij verhalen van de reddingsacties door liters vette saus die de gecremeerde speklapjes en chicken wings nog enige smaak hebben moeten geven.


Dit kan anders. Een goede barbecue begint met een gedegen voorbereiding. Uiteraard bij het inkopen van ingrediënten. Als je dan voor vlees gaat, koop dit in ieder geval bij een goede (biologische) slager. Koop liever wat minder vlees maar wel heel goed, in plaats van de kiloknallers waar het water je tegemoet spuit bij het aanraken van het rooster. Nee, niet de goedbedoelde barbecuekruiden uit een zakje, daar zitten veel smaakversterkers in.

Wat zou een fanatieke barbecueër standaard  in zijn keukenkast moeten hebben:
Een fles naturelle olie, zoals maïskiem voor de marinade, een mooie olijfolie en goede azijn voor de sladressing. Peperkorrels, zout ,eventueel ketjap, sambal, koenjit, djinten, paprikapoeder en eventueel kant-en-klare kerriepoeder. Verse tuinkruiden mogen niet ontbreken, koop ze in potjes voor op je balkon of in de tuin. Musthaves zijn tijm, salie, oregano en rozemarijn. Vind je dit te veel gedoe, dan zijn ze ook gedroogd te koop. Voor je salades zijn verse bieslook, platte peterselie, kervel, borage heel lekkere ingrediënten voor je dressing. Uien, knoflook en verse pepers zijn natuurlijk ook standaard in de keuken.

Marineren
Marineren van vlees is niet moeilijk. Een beetje olie met wat kruiden en peper geven al een heerlijke smaak als je je vlees er een dag van tevoren inzet. Kip en worstsoorten kun je het best in een al dan niet gekruide bouillon wellend gaar laten worden. Laat het dan afkoelen. Als je dan gaat barbecuen, weet je zeker dat je gasten geen rauw vlees te eten krijgen waar dat niet de bedoeling is. Je satéprikkers week je in water voor om te voorkomen dat ze verbranden op de BBQ. De marinade voor saté is simpel van ketjap met spaanse peper of sambal. 

Saus: twee eidooiers optikken met olie en op smaak brengen met peper, zout en azijn is een goede basis voor veel soorten saus. Vermeng het eens met yoghurt en bieslook. Je krijgt dan tenminste niet al die vieze suikers en e-nummers gratis bij je BBQ.

Niet alleen vlees
Het is natuurlijk beter om niet alleen vlees te eten. Maak eens groentenpakketjes van paprika en courgettes en kook aardappels en wikkel ze met verse kruidenboter in folie. Ben je gewone salade zat? Blancheer dan boontjes, bloemkool en bieten en andere stevige groenten en leg deze warm in de dressing. Na afkoeling heb je een fantastisch lekkere en gezonde koude groentenschotel.
Vind je het te warm om te koken? Geen nood, sta vroeg op en begin als het nog lekker fris is. Geniet 's middags van een siësta, want juist BBQ-gerechten kunnen supergoed, en zelfs beter, langer van tevoren worden voorbereid.

Last but not least: het vuur. Steek je BBQ aan en zorg dat de hitte gelijkmatig is verdeeld. Stook hem niet te heet. Bak je vlees snel aan op het warmste deel van de BBQ. Als het vlees mooi aangekleurd is zet je het naar de zijkant van het vuur waar het minder warm is. Daar kan het vlees zich ontspannen doorgaren. Je krijgt dan een mals stukje vlees in plaats van een schoenzool.

Kortom: geniet met verstand van een feestelijke BBQ en voorkom vieze rooksluiers over de tuinen van Nederland. Eet smakelijk en een lang BBQ-seizoen gewenst.

Dinie van den Brenk

Dinie van den Brenk heeft samen met haar echtgenoot Kookstudio de Peppelen in Schaijk. Daarnaast kunt u bij hen lekker eten in eetcafé De Notaris aan de Schutsboomstraat 43 in Schaijk. Tel. 06-10514046 of kijk opwww.peppelen.nl.

Taartenveiligheid





Een berichtje op Facebook dat de slagroomtaart van de Hema door de mand valt. 28 E-nummers! Nou wisten we natuurlijk best dat het gebak van de supers niet altijd pluis is, maar ook veel echte bakkers maken er een potje van.

Op Facebook zie ik regelmatig foto's voorbij komen van prachtige designtaarten en cupcakes met geraffineerde kleuren en vormgevingen. Deze zijn een flinke overdosis gif. Taartendesigners hebben blijkbaar geen gezond verstand en respect voor het menselijk lichaam. Ik ben dan te bleu om op dat moment de pret te bederven en te zeggen: Stop! Alleen maar naar kijken, niet opeten.

Een fototaart voor de verjaardag van je kind bijvoorbeeld is een injectie vol troep. Eigenlijk zeg je met zo'n taart: Lang zal je zo steeds een beetje minder gezond leven. Hiep hiep hoera. Je gaat je kind toch niet met gif volstoppen? Wel een helm op de fiets en continu handen wassen. Maar tegelijkertijd het gewetenloos volstoppen met troep, waardoor het langzamerhand een steeds slechter lijf creëert. Je reinste kindermishandeling als je het mij vraagt.

Zelf bakken dan maar?
We kopen een pak meel, eieren en eventueel melk. Nemen een snufje zout en flink wat suiker. Met cacao, appels, noten  koekkruiden, eventueel slagroom of ander fruit ligt er een wereld open van mooie smaken en lekkere geuren in je huis.

Op naar de super. Ik zie een prachtig schap met van alles, maar waar is de meel? Na een speurtocht vind ik het, verstopt onderop in het schap. Onderzoekend bekijk ik de pakweg vijftig verschillende andere producten. Pannenkoekenmix, cakemix, muffinmix, cupcakemix, mix voor chocoladetaart...
Vol verbazing bekijk ik de gebruiksaanwijzing. Er moet nog ei bij en melk, of boter of appels. Ja dat zal wel, waarom is dit dan mix? Nutteloos dus. Kost wel heel veel die pakken. Een snelle uit-het-hoofd-rekensom leert dat de mix zeven keer zoveel kost als het pak meel dat ik in mijn handen heb. Waar zit het verschil dan? De ingrediëntenopsomming leert me het volgende:
Ingrediënten: suiker, tarwebloem, tarwezetmeel, rijsmiddel E500ii, E541, E336, E575, emulgator E472b, E477, gedroogde glucosestroop, magere melkpoeder... En dan ineens valt mijn blik op halfvolle cakemix. Ha ha ha, is het dan een halve cake? Dan kan je toch ook minder cake bakken? Nee, er zit magere-melkpoeder en suikervervangers in, plus een berg E.

Ik bekijk met beroepsmatige interesse de rest van de producten. Er is gekleurde rolmarsepein, kleine flesjes kleurstof. Gekleurde suikerbloemetjes en 'snoepkraaltjes'. Ook zie ik een cupcake-pakket voor kinderen om zelf cakejes te versieren.
Ingrediënten: suiker, tarwebloem, magere-melkpoeder, weipoeder, glucosestroop, zout, tarwezetmeel, saffloerextract, algenextract, glansmiddel E901, rijsmiddelen E341 E450 E500, palmpitvet, palmvet, bevochtigingsmiddel E422, verdikkingsmiddelen E415 E466, kleurstoffen E100 E120 E133 E153 E160a E161b E172, emulgatoren sojalecithine E471 E472a E472b, vanille aroma, conserveermiddel E200 en voedingszuur E330. Gewicht: 555 gram. Slimme mama's die hun kids met gif laten spelen.

Maar de kleurstoffen zijn toch natuurlijk, hoor ik u denken. Ja, die zijn er ook, natuurlijke kleurstoffen. Rood wordt bijvoorbeeld in Spanje gemaakt van luizen. Door middel van een chemisch proces wordt de kleur onttrokken. Natuurlijk, er is ook bietenrood, maar dat wordt niet vaak gebruikt in cupcake-spulletjes. Mooie info is te vinden opwww.allesoverenummers.nl.

Maak het lekker zelf, want de belangrijkste fabrikant is 'Dr. Dat snap ik met al die chemicaliën'.

Dinie van den Brenk

Dinie van den Brenk heeft samen met haar echtgenoot Kees kookstudio De Peppelen. Je kunt bij hen eten bij het naastgelegen eetcafé De Notaris. Meer info: www.peppelen.nlwww.eetcafedenotaris.nl of 06-46291732.

Veertig dagen zonder suiker



Veertig dagen zonder suiker. Een kreet die ik al enkele malen voorbij zag komen. Verslaafd ben ik aan zoet, taartjes, bonbons, pure chocolade. Vooral net na het eten is de hang naar zoet ontembaar. Twee ons chocolade is hap-slik-weg. 's Avonds na een hele avond werken desserts opruimen is een desastreuze onderneming. Mjammie een klein puntje, mmmm nog een klein puntje en weg is een halve desserttaart.

's Ochtends koffie voor de gasten, een bonbonnetje voor hen en één voor mij. Werkelijk, het wordt steeds gekker, de neerwaartse spiraal en een oplopende weegschaal zijn mijn deel. Tsja, als ik nou niet de hele dag tussen al dat eten zat, dan was het veel makkelijker. Is dat zo? En die zak drop dan? Kwam die ook uit het eetcafé? Nee natuurlijk niet.

Veertig dagen zonder suiker. Zie je, daar komt weer zo'n advertentie voorbij. Mijn oma en mijn vader hadden diabetes, een alarmbelletje in mij zegt dat ik voorzichtig moet zijn. Veertig dagen zonder suiker, laten we het maar doen.
Op het moment dat ik dit schrijf, ben ik op dag 23. Het regiem: geen suiker, rietsuiker, geen witbrood, pasta en witte rijst. Kortom producten die zijn bewerkt en te snel worden opgenomen in de spijsvertering. Wel mag ik fruit, ook gedroogd zoals vijgen en rozijnen. Ook honing en palmsuiker. Geen koekjes, sauzen uit de fles, kant-en-klare dressing, soepen uit een pakje, pizzasaus. Lucky me. Bij ons thuis wordt al goed gekookt, ik heb zelf al veel kennis van voedsel. Maar  andere deelnemers aan dit programma moeten leren koken en etiketten lezen.
In mayonaise zat toen ik kind was geen suiker. Twintig jaar later vijf gram op een liter en nu tien gram. Ook babyvoeding uit een potje bevat vaak suiker. Als je niet zelf kookt, maar veel kant-en-klaar koopt krijg je zelfs als je geen snoep en toetjes eet al een enorme berg suikersoorten binnen. Deze bewerkte producten schieten versneld je spijsvertering in, waardoor je insulinespiegel snel stijgt. Dit zorgt voor een hongergevoel of hang naar zoet. Als je daar aan toegeeft, beland je voor je het weet in een neerwaartse spiraal met als extra cadeau lusteloosheid en veel kilo's.

Hoe het gaat, vraagt de omgeving. Nu wel goed. De eerste week had ik last van rillingen, hoofdpijn, zweetaanvallen. Overal staren verleidingen me als hongerige haaien aan. De getrakteerde taart van een collega ziet er vals grijnzend uit. Nee geen mayonaise, geen ketchup op de boterham. De mannen in de keuken krijgen pakken volkoren pasta, voor de personeelsmaaltijd. Ze vergeten dit, en boos kijk ik naar een schaal Thaise noedels, die ik moedig voorbij laat gaan. Bij de groothandel zweeft mijn hand uit gewoonte boven de dropjespot en blijft onder mijn strenge blik hangen en trekt zich spijtig terug. Als verdedigingsmiddel staan op tactische plaatsen appeltjes en mandarijntjes. Per ongeluk een likje melkchocolade resulteert in een enorme aanval van hoofdpijn. Mijn lichaam reageert heftig, het zit midden in een detox-proces dat wordt verstoord. Na een dag of 10 krijg ik puistjes, opgekropt vuil wil mijn huid uit. Meeëters verdwijnen, kijk dat is mooi meegenomen. Ik kom niet meer aan, terwijl ik veel eet van de dingen die wel mogen. De volkorenproducten smaken erg lekker en je kan er minder veel van eten. Ik voel me een stuk beter en ben niet meer duizelig en hongerig.

Nieuwsgierig? Of herken je suiker ook als probleem? Op onze website www.peppelen.nl staan linkjes en info voor het programma 40 dagen zonder suiker.

Dinie van den Brenk



Over de datum


Het was ergens in de jaren negentig, bijzondere mineraalwaters waren hip. Prachtige flessen van over de hele wereld. Allemaal anders van smaak. Al snel hadden we een echte waterkaart met een collectie waters die bij verschillende wijnen en eten steeds een andere smaakbeleving gaven.

Leuk om zo intens met een oerproduct bezig te zijn. Maar de pret heeft ongeveer een jaar geduurd. Op een dag serveerde we een fles Zweeds water in mooie blauwe fles en kort daarna riep de dame mij gebiedend, lichtelijk boos aan tafel. Of dat ik wel wist dat het exclusieve water over de datum was. Verbaasd reageerde ik: Water kan toch niet over de datum zijn? Water kan helemaal niet bederven. Wel dus, ik bood de fles gratis aan, haha, maar de consument  wilde een ander water. Muts, je bent echt dom als je zoiets gelooft, dacht ik boos in mezelf. 

Absurditeit
Dit was de eerste keer dat ik werd geconfronteerd met de absurditeit van houdbaarheidsdatum op producten die niet kunnen bederven. Getriggerd lette ik daarna op allerlei verpakkingen. Ik kwam de vreemdste dingen tegen zoals peperkorrels, jam, zout, azijn en olie. Allemaal zaken die echt niet kunnen bederven. Sterker, deze producten kunnen bederf tegengaan. Bijvoorbeeld groenten op zuur gezet zijn bijna onbeperkt houdbaar. Suiker op fruit zorgt ervoor dat je de hele winter fruit uit een potje op je boterham kunt smeren. Van oudsher was dit immers een truc om het teveel aan fruit in de zomer niet weg te hoeven gooien.

Satansgoden
Op alles staat een datum. Ik vermoed vier bovenaardse satansgoden, die strijden met ons verstandelijk brein. Zij manifesteren zich als grootheden die de macht hebben in de voedselindustrie. Ze fluisteren politici, die slechts leven bij hun tijdelijke waan van een goed betaalde baan, de stomste dingen in zodat winsten verder kunnen groeien. Teneinde consumentenportemonnees te laten bloeien.

In onze kookstudio proberen we alles in harmonie met de omgeving te doen. Daar hoort ook het tegengaan van voedselverspilling bij. Natuurlijk verkopen we onze producten volgens de regels. Maar als consument thuis zou ik me er niet te veel van aantrekken. Proef je product voor je het weggooit, je zult zien dat het veel scheelt in je portemonnee.

Kliekjesdag
Vroeger bestond er een kliekjesdag, dan werd alles uit de koeling opgemaakt, de lekkerste dag was dat. De gebakken restjes stamppot, wentelteefjes en hangop staan me nog als de lekkerste traktaties in het geheugen gegrift.
Bier over de datum smaakt anders, maar is niet verkeerd en anders kun je er altijd nog bierbeslag van maken. Net als met kelderdochters, wijn die te oud is. Die is prima voor saus, glühwein of sangria.
Oude flessen sterke drank? Durf te doen en maak bij je volgende feest een lekkere cocktail, op internet zijn genoeg lekkere recepten te vinden.

Foodguerrilla.nl
Op de site van foodguerilla (www.foodguerrilla.nl/damn-food-waste) staan veel linkjes met praktische websites die jouw leven foodbewuster kunnen maken. Doe je het niet voor je zelf, doe het dan voor een betere wereld, immers mondiaal kan iedereen het beter hebben als je niet meedoet aan overmatige verspilling. 

Dinie van den Brenk